Inflatie VS weer hoger dan verwacht ● renteverlaging Fed in juni lijkt van de baan ● beleggers hoeven niet te panikeren
De Amerikaanse inflatiecijfers kwamen voor de derde maand op rij iets hoger uit dan verwacht. Op maandbasis was er een stijging van 0,4%, gelijk aan februari maar wel iets hoger dan de +0,3% die analisten hadden verwacht. Op jaarbasis is de inflatie vorige maand aangetrokken van 3,2% naar 3,5% (3,4% verwacht) en bleef de kerninflatie (zonder de voedings- en energieprijzen) gelijk op 3,8% (3,7% verwacht). Op twee cijfers achter de komma waren de verschillen ten opzichte van de verwachting niet zo groot, maar daar zijn de handelscomputers niet op ingesteld.
Kans op renteverlaging Fed in juni lijkt verkeken
Direct na de bekendmaking van de inflatiecijfers om 14.30 uur volgden flinke bewegingen op de financiële markten. De rentes op Amerikaanse staatsobligaties knalden omhoog, want de kans op een snelle renteverlaging door de centrale bank, de ‘Fed’, is hierdoor weer kleiner geworden. De markt schat de kans op een renteverlaging in juni nu nog slechts op 19%. Vóór de cijfers was dat nog 53%. Nu wordt de kans op een eerste renteverlaging in september nog maar op 43% ingeschat en verwachten beleggers nog maar net iets meer dan één renteverlaging voor het einde van dit jaar. Drie maanden geleden werden door de markt nog meer dan zes renteverlagingen ingeprijsd. Het kan verkeren. De tweejaarsrente schoot 23 basispunten omhoog naar 4,97%, de tienjaarsrente steeg met 18 basispunten naar 4,54%. Een verschuiving dus over de hele rentecurve.
Is trend van dalende inflatie echt gebroken?
Nu zijn deze consumentenprijsinflatiecijfers (CPI) niet leidend voor de Fed, maar de cijfers over de ‘personal consumption expenditures’ (PCE). Die worden op 26 april bekendgemaakt. En daar zien we dit jaar tot nu toe nog geen breuk in de desinflatietrend. Tot die tijd kan er naar hartenlust worden gespeculeerd over de volgende stap van de Fed, die pas op 1 mei weer vergadert. Maar hoe dramatisch zijn de cijfers van gisteren nu eigenlijk? Nou, dat valt wel mee. De ‘real-time’ inflatie in de VS volgens truflation.com liet al zien dat de inflatie in maart iets was opgelopen, maar deze maand alweer flink is gedaald. De desinflatietrend in de VS is dus niet zomaar gebroken en beleggers zijn misschien iets te voorbarig met het trekken van conclusies. Gisteren werd ook bekend dat de uurlonen, een belangrijke inflatiecomponent, in maart slechts 0,6% zijn gestegen op jaarbasis. Dat is een stuk minder dan de +1,1% in februari. Dit wijst niet op het aantrekken van de onderliggende inflatie, maar op een verdere vertraging. Maar zoals altijd wordt er op de markten eerst gehandeld en pas later nagedacht. We wachten af tot 26 april voordat we conclusies trekken over het te verwachten Fed-beleid.
Geen reden voor paniek
Hogere inflatie is niet gunstig voor obligatiebeleggers, dat is duidelijk. Maar zolang de huidige inflatie vraag-gedreven is, in tegenstelling tot de aanbod-gedreven inflatie in 2021 en 2022, en de economie goed blijft draaien, hoeft dat voor aandelen helemaal niet slecht uit te pakken. De bedrijfswinsten zijn immers het resultaat van nominale groei (reële groei + inflatie). Veel lagere inflatie zou ik als aandelenbelegger dan ook helemaal niet wensen. En bovendien lijken centrale banken een iets hogere inflatie dan 2% (het streefniveau op langere termijn) ook wel te tolereren, omdat het helpt de schuldenberg weg te smelten. Geen enkele reden dus voor beleggers om in paniek te raken. In de podcast Blik op de beursweek #50, een jubileumeditie, bespreken we onder andere wat hogere grondstoffenprijzen betekenen voor beleggers.
Verliezen vallen mee, zeker voor eurobeleggers
In reactie op de hogere rentes werd de dollar ruim 1% sterker tegenover de euro, waardoor de koersverliezen op Wall Street voor ons als eurobeleggers ruimschoots werden gecompenseerd. De S&P 5000-index sloot 1% lager, de Nasdaq verloor 0,8% en de Dow Jones-index eindigde 1,1% lager. De MSCI All Country World-index (total return in euro) eindigde gisteren ondanks de verliezen op Wall Street 0,13% hoger. Op de Europese beurzen werd heel kort best heftig gereageerd op de cijfers. De AEX-index verloor even de hele koerswinst van de uren daarvoor, maar herstelde richting de slotbel om 0,6% hoger te sluiten. De Stoxx Europe 600-index sloot 0,2% hoger. In het kielzog van de Amerikaanse rentes liepen ook de rentes op eurostaatsobligaties op. De Duitse tienjaarsrente steeg met 6 basispunten naar 2,44%, de tweejaarsrente steeg met 8 basispunten naar 2,97%, het hoogste niveau sinds eind november. We verwachten dat de Europese Centrale Bank (ECB) in juni de beleidsrente zal verlagen, zeer waarschijnlijk dus eerder dan de Fed. Mogelijk krijgen we daar vanmiddag een extra hint over bij de toelichting op het ECB-rentebesluit.
Aziatische beurzen herstellen
Na een lagere opening door de koersverliezen op Wall Street, klimmen de meeste Aziatische beurzen vanmorgen alweer uit het dal. De Nikkei index noteert 0,4% lager ondanks een zwakkere yen (of sterkere dollar). De Hang Seng-index koerst nog slechts 0,2% lager en de beurs van Shanghai staat 0,2% hoger. De Chinese consumentenprijsinflatie is in maart vertraagd van 0,7% naar 0,1% op jaarbasis (+0,4% verwacht), de producentenprijsinflatie is gedaald van -0,7% naar -2,8%. Deze cijfers wijzen op aanhoudende desinflatie in de op één na grootste economie van de wereld en een heel belangrijk exportland. In Seoel is de Kospi index naar een plus van 0,1% geklommen, de Australische beurs is 0,4% lager gesloten.
De futures (termijncontracten) op de Amerikaanse aandelenindices staan op het moment van schrijven vrijwel onveranderd en wijzen op een vlakke opening van Wall Street vanmiddag.
Agenda van vandaag
- Producentenprijscijfers VS (+2,2% verwacht op jaarbasis)
- Rentebesluit ECB (geen wijziging verwacht)
Goed om te weten
Beleggen brengt risico’s en kosten met zich mee. Je kunt jouw inleg of een deel hiervan verliezen. Lees meer over de risico's van beleggen.
Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., en slechts bedoeld ter informatie. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijke zorg betracht om ervoor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in deze publicatie heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in deze publicatie kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. ING Bank N.V. is statutair gevestigd te Amsterdam, handelsregister nr. 33031431, en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V.